top of page

Algemene Verordening Gegevensverwerking

voor slachtoffers, patiënten en zorgvragers

  • Hoe kan ik mij opgeven?
    Je krijgt een e-mail van de Coördinator Hulpverlening bij Evenementen (CHE) waarin je wordt gevraagd om hulp te verlenen. Ga naar de pagina ‘Opgeven evenementen’ en vul het formulier in. Vul altijd het formulier in, ook als je niet kunt. Antwoorden op de email kan ook maar is niet zo handig voor de Coördinator Hulpverlening bij Evenementen.
  • Hoe kan ik mij afmelden?
    Als je onverwacht niet kunt, meld je dan zo snel mogelijk af bij de coördinator. Stuur een e-mail naar: evenementen@ehboeemnes.nl . Geef de e-mail een ‘hoge urgentie’.
  • Als ik op de dag zelf verhinderd ben, hoe meld ik mij dan af?"
    Als je op de dag zelf onverwacht verhinderd bent bel dan de inzetleider. Zijn naam vind je op het inzetplan. Het inzetplan heb je per mail gekegen en kun je hier vinden.
  • Ik heb nog geen inzetplan gehad. Wat nu?
    Mogelijk ben jij niet ingedeeld voor deze inzet. Dat staat in het inzetplan. Als je twee dagen van tevoren nog geen inzetplan gehad hebt, kijk dan bij de inzetplannen. Staat daar geen inzetplan op, neem per mail dan contact op met de coördinator.
  • Ik kan niet alle handelingen doen. Moet ik dat doorgeven?
    Heb je beperkingen bij je inzet (bijvoorbeeld niet goed kunnen tillen omdat je door je rug gegaan bent) meld dat dan op het inzetformulier of per e-mail aan de coördinator. Als hij er al van af weet is dat natuurlijk niet nodig.
  • Is werkkleding hetzelfde als een uniform?
    Nee. Een uniform is een beschermd ontwerp dat alleen door bepaalde mensen gedragen mag worden. Denk bijvoorbeeld aan een politie-uniform: dat mag niet iedereen dragen. De fluorgeel-korenblauwe EHBO-kleding is niet beschermd. Iedereen mag die kopen en dragen. Vandaar dat we het werkkleding noemen.
  • Moet ik altijd een complete set werkkleding dragen?
    Als je werkkleding in bruikleen hebt dan draag je die in principe bij elke inzet. Je draagt dan altijd je werkbroek, bij voorkeurje polo en desgewenst je jas, cap en/of muts. Onder je poloshirt draag je geen kledingstuk met (half-)lange mouwen. Bij kou kun je een passend kledingstuk met lange mouwen dragen en daaroverheen je jas. In sommige gevallen draag je geen volledige set werkkleding. Bij rouw- en kerkdiensten volstaat een armband om de linker bovenarm. Als je hulp verleent bij een evenement met kinderen dan kun je ervoor kiezen om alleen een polo of jas te dragen. Verleen je hulp bij een andere vereniging dan draag je dat wat die vereniging ook draagt: een veiligheidsvestje, een polo of een jas. Als je opeens moet inspringen volstaat een veiligheidsvestje.
  • Wie hebben werkkleding van de vereniging?
    Leden die regelmatig hulp verlenen hebben eigen werkkleding in bruikleen. Die bestaat uit: jas, broek, polo, riem, wintermuts, en cap. Leden die incidenteel hulp verlenen krijgen werkkleding per inzet uitgereikt. Alle kleding blijft eigendom van de vereniging.
  • Wanneer mag ik de werkkleding dragen?
    Je mag de werkkleding alleen dragen naar, tijdens en van inzetten van EHBO Eemnes of als je namens de vereniging hulp verleent.
  • Hoe zit het met onderhoud en vervanging?
    De vereniging verzorgt het onderhoud en de reiniging van de leen-kleding. Werkkleding die je in bruikleen hebt moet je zelf schoonhouden. Schade en slijtage worden door de vereniging betaald.
  • Mag ik lange mouwen onder een polo dragen?
    Onder een polo mag je geen kleding dragen met lange mouwen, tenzij je je jas aan hebt.
  • Moet ik helpen om de materialen in te pakken?
    Op het inzetplan staat aangegeven of je moet helpen bij het inladen van de hulpverleningsmaterialen en of we van je auto en/of aanhangwagen gebruik willen maken. De coördinator kan regelen dat de materialen al ter plaatse zijn. Dat staat op het inzetplan vermeld. Bel de coördinator als je de spullen daar niet kunt vinden.Als je andere EHBO'ers aflost dan hoef je natuurlijk geen materialen mee te nemen: die zijn al bij het evenement.
  • Waar is de berging van de materialen?
    De berging van de hulpverleningsmaterialen bevindt zich in de bergruimten achter het appartementencomplex aan de Braadkamp en is te bereiken via de brandgang achter het complex (hoek Braadkamp-Torenzicht).
  • Wie kunnen bij de materialen?
    Er zijn verschillende sleutelhouders: de coördinator, de voorzitter, de penningmeester, de verbandmeester en de assistenten van de verbandmeester. Een van hen verzorgt het inpakken van de materialen.
  • Mag ik alleen meenemen wat op het inzetplan staat?
    Neem in ieder geval de materialen mee die op het inzetplan staan. Je kunt altijd meer materialen meenemen. Denk bijvoorbeeld aan extra (reddings-)dekens bij koud weer of ventilatoren bij warm weer. Er is een inventarislijst beschikbaar in de berging. Een heel enkele keer worden meerdere evenementen tegelijk verzorgd. Dan kunnen extra materialen niet beschikbaar zijn. Overleg met de coördinator.
  • Wat moet ik altijd meenemen?
    Zorg dat je in ieder geval een AED, een verbandtas- en/of koffer en de EHBO-telefoon meeneemt.
  • Wat doet de Coördinator Hulpverlening bij Evenementen?
    Elke inzet wordt voorbereid door de Coördinator Hulpverlening bij Evenemente of CHE. Het is een bestuursondersteunende functie. De CHE zorgt dat mensen en materialen op de juiste tijd op de juiste plaats zijn. Bij de daadwerkelijke inzet heeft hij geen taak. De CHE coördineert ook de nazorg naar slachtoffers en hulpverleners.
  • Wat doet de inzetleider?
    Bij elke inzet is één van de aanwezige hulpverleners de inzetleider. Op het inzetplan staat aangegeven wie dat is. Over het algemeen is het de meest ervaren hulpverlener. Hij is het aanspreekpunt voor de organisatie en andere diensten. De inzetleider heeft de EHBO-telefoon bij zich en coördineert de hulpverlening bij een evenement. Bij elk vergunningsplichtige evenement moet de inzetleider bij de vergunningverlener (gemeente) bekend zijn. De inzetleider draagt een speciaal veiligheidsvest met daarop ‘leider EHBO’ wanneer er veel hulpverleners zijn en bij calamiteiten. In alle andere gevallen volstaat de reguliere werkkleding.
  • Wat doet een teamleider?
    Er wordt gewerkt met teams die bestaan uit twee, drie of vier mensen. Eén van hen is de teamleider. Dat kan ook de inzetleider zijn. De andere(n) zijn teamlid. De teamleider wordt aangestuurd door de inzetleider. Ter plaatse stelt de teamleider de diagnose en bepaalt hij de behandeling. Dit gebeurt zo veel mogelijk in overleg met zijn teamlid. Voorkom discussies waar slachtoffers bij zijn en toon respect naar elkaar.
  • Wat doet de medisch leider?
    In sommige gevallen is een medisch leider aanwezig. Dit is altijd een medisch professional, zoals een arts, een verpleegkundige of een ambulancechauffeur. De medisch leider wordt aangestuurd door de inzetleider en is verantwoordelijk voor alle medische handelingen waarbij hij betrokken is. De medisch leider maakt de (werk-)diagnose en geeft aan welke behandeling moet gebeuren. De inzetleider bepaalt of de medisch leider bij een ongeval betrokken moet worden. Daarom is het melden van elk ongeval aan de inzetleider belangrijk. De medisch leider moet in ieder geval betrokken worden bij stoornissen in de ABCDE, bij ongevallen waarbij een ambulance gealarmeerd is of moet worden, bij letsels waarbij verdere hulp (in ziekenhuis, door huisarts, door tandarts, etc.) noodzakelijk is, of bij moeilijk te stellen diagnoses. Een team(-leider) kan altijd de hulp van de medisch leider inroepen.
  • Wat doet de veiligheidscoördinator?
    Bij grote evenementen is in het veiligheidsplan een veiligheidscoördinator aangewezen. Dit is altijd iemand van de evenementorganisatie of een door hen aangewezen persoon. De veiligheidscoördinator leidt het crisisteam, waarin ook de inzetleider plaatsneemt, dat bij grote incidenten de hulpverlening moet organiseren. De veiligheidscoördinator is bij calamiteiten de eindverantwoordelijke. Hij zal via de inzetleider de EHBO’ers aansturen. Zodra professionele hulpdiensten arriveren, nemen zij deze taak over.
  • Wat is een 'reguliere dienst'?
    Een reguliere dienst is een dienst waarbij je op het evenement aanwezig bent. Je bent of werkt samen met een inzetleider. Je kunt teamleider of teamlid zijn. Reguliere hulpverleners dragen werkkleding.
  • Wat is een 'op afroep-dienst'?
    Bij evenementen waarbij de noodzaak van een EHBO’er erg klein is, bijvoorbeeld bij een kerstmarkt of bij Kunst aan de Dijk, worden twee EHBO’ers op afroep ingezet. Deze zijn niet aanwezig op het evenement. Zij kunnen met de auto of op de fiets binnen maximaal 10 minuten op de plaats van een ongeval zijn. De EHBO’ers op afroep dragen niet hun werkkleding maar kunnen met een polo, een jas of een hesje aantrekken wanneer ze gealarmeerd worden. Ze hebben alle materialen bij zich.
  • Wat is een 'standby-dienst'?
    Standby EHBO’ers kunnen worden opgeroepen waneer extra hulp bij een evenement noodzakelijk is. Bijvoorbeeld als er veel slachtoffers zijn en de wachttijd meer dan tien minuten bedraagt of wanneer een EHBO’er of EHBO-team niet ingezet kan worden omdat zij zich langdurig moeten bezighouden met één slachtoffer of incident. Een standby EHBO’er kan ook ingezet worden om EHBO’ers te vervangen die betrokken zijn geweest bij een ernstig ongeval of reanimatie of wanneer een EHBO’er zich, om welke reden dan ook, vlak voor of tijdens de inzet afmeldt. Wanneer een standby EHBO’er snel ter plaatse moet komen dan is het niet nodig dat hij werkkleding draagt. Ter plaatse trekt hij dan een veiligheidsvest aan.
  • Kunnen omstanders ook hulp verlenen?
    Bij grote incidenten kunnen andere hulpverleners hun diensten aanbieden of gevraagd worden zich te melden. Denk bijvoorbeeld aan BHV’ers of verpleegkundigen die ter plaatse zijn. De inzetleider kan hen vragen te helpen, een EHBO-hesje geven en hen indelen bij een teamleider. De teamleider zet de hulpverlener in en ziet erop toe dat hij alleen handelingen verricht volgens de richtlijnen van het Oranje Kruis (laatste druk) of Gevorderde EHBO. Alleen wanneer een hulpverlener bekend is als medisch professional (bijvoorbeeld een arts, verpleegkundige, ambulancechauffeur) of als hij zich alszodanig kan legitimeren, mag hij voorbehouden of risicovolle handelingen verrichten.
  • Wordt altijd een behandelpost opgezet?
    In sommige gevallen wordt geen eerstehulppost opgezet. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de Sinterklaasintocht. De EHBO’ers lopen mee met de optocht. Behandeling gebeurt ter plaatse of, als discretie gewenst is, op een ad-hoc verzorgde plaats. Het team heeft in ieder geval een AED en een verbandkoffer of -rugzak bij zich.
  • Wat is een mobiele eerstehulppost?
    Een mobiele eerstehulppost is een personenauto die goed herkenbaar is door magneetplaten en/of borden achter voor- en achterruit. Een slachtoffer kan op de bijrijdersstoel zitten (eerst afdekken met reddingsdeken of plastic folie) met zijn benen buiten boord, in de achterbak van een vlakke hatchback of op een meegenomen stoel. Het team heeft in ieder geval een AED en een verbandkoffer/-rugzak bij zich.
  • Wat is een overnameplaats?
    Een overnameplaats is een plaats waar een slachtoffer wordt overgedragen aan de EHBO’ers (bijvoorbeeld na een waterredding door de reddingsbrigade) of de plaats waar EHBO’ers een slachtoffer overdragen aan de ambulancedienst wanneer de ambulance het slachtoffer niet kan bereiken. Op de overnameplaats worden ABCDE-behandelingen gestart of voortgezet en worden reeds ingezette overige behandelingen voortgezet.
  • Aan welke eisen moet een eerstehulppost voldoen?
    herkenbaar: hang een of meer banners op vindbaar: zorg voor een goede bewegwijzering bereikbaar: zorg dat de ambulance tot aan of nabij de eerstehulppost kan komen ruim: genoeg ruimte om twee zittende en één liggend slachtoffer tegelijk te behandelen toegankelijk: voor rolstoel en rolbrancard dus bij voorkeur op de begane grond geen inkijk van buitenaf : ramen zonodig afdekken met (lichtdoorlatende) folie droog: mogelijk lekkende tentnaden afplakken goed verlicht: verlichtingsset bechikbaar niet te koud: straalkacheltjes beschikbaar geluidsarm: je moet kunnen spreken op normaal niveau zonder teveel overlast van muziek/speaker voorzien van water: zonodig jerrycan en emmer gebruiken hygiënisch: schoonmaakmiddelen en desinfectans moeten aanwezig zijn bemenst: op de hulppost moet altijd een EHBO’er aanwezig zijn; kan dat door een uitruk niet laat de post dan bewaken door beveiliging, organisatie of betrouwbare omstanders.
  • Waaraan moet je denken bij het inrichten van een eertsehulppost?
    Hang een banner of EHBO-logo op. Plak zonodig ramen met lichtdoorlatend folie of een reddingsdeken af zodat inkijk niet mogelijk is. Plak lekkende tentnaden af. Zorg (zonodig) voor (aanvullende) verlichting, verwarming en/of verkoeling. Maak zonodig de ruimte schoon. Zet (minstens) twee stoelen neer, bij voorkeur met armleuningen en een veldbed en/of rolbrancard. Leg een hoofdkussen op het veldbed en daarop een reddingsdeken. Tape die zonodig vast. Zet een verbandtafel centraal neer met daarop de verbandkoffer, handdoekdispenser, 4 dozen handschoenen (maat S, M, L. XL), handgel, handzeep, huiddesinfectans, pleisters, schaar, Snögg verband, schoonmaakdoekjes, schoonmaakmiddel. Al deze materialen zitten in een koffer. Zet eventueel ook een portofoon (aanzetten), flesjes water, koelzakken en onderzoeksmaterialen op de verbandtafel. Zorg dat de (uitruk-)rugzakken en AED direct voorhanden zijn. Houd reservematerialen toegankelijk maar berg ze weg. Hang kleding op aan een kledinghanger. Hang geen jassen over de stoelleuning. Zorg dat alle materialen die niet (meer) nodig zijn en privéspullen zijn weggeborgen. Houd waardevolle privéspullen bij je. Houd de eerstehulppost netjes en schoon. Ruim na elke behandeling alles op.
  • Hoe communiceer je op een evenement?
    Bij evenementen op een klein terrein communiceer je onderling door gewoon met elkaar te praten. Er wordt geen gebruik gemaakt van communicatiemiddelen. Bij grotere evenementen kun je gebruik maken van je mobiele telefoon of portofoons. Er kan afgesproken worden om gebruik te maken van Zello (app op smartphones). Soms maken we (ook) gebruik van het portofoonnetwerk van de organisatie. De telefoon van EHBO Eemnes (06 5 70 70 761) moet altijd mee.
  • Moet ik mijn eigen mobieltje meenemen?
    Neem altijd je mobiele telefoon mee. Sla het nummer van je teamgenoten op in je eigen toestel. Zorg dat je het telefoonnummer van de huisartsenpost ook hebt opgeslagen (088 130 9600). Gebruik Whatsapp of bel elkaar.
  • Moet de EHBO-telefoon altijd mee?
    De inzetleider heeft de EHBO-telefoon bij zich. Neem altijd op met: “EHBO Eemnes, met (eigen voornaam)”.
  • Hoe neem ik een ongevalsmelding per telefoon aan?
    Neem je (als inzetleider) een ongevalsmelding aan, vraag dan eerst aan de melder de plaats waar het slachtoffer is, wat er gebeurd is en hoeveel slachtoffers er zijn. Stuur een team naar het ongeval en houd de melder aan de lijn. Vraag naar de toestand van het slachtoffer (ernstige bloedingen, ademhaling, bewustzijn, gelaatskleur, zichtbare verwondingen). Laat 112 bellen of doe dat zelf. Houd de melder aan de lijn en zeg hem zijn telefoon op de luidspreker te zetten. Verbreek de verbinding pas als het EHBO-team er is. Geef zonodig advies voor direct handelen, bijvoorbeeld het dichtdrukken van ernstige bloedingen, het aanwijzingen geven voor een reanimatie of het in de stabiele zijligging leggen van een slachtoffer dat ineen zakte en ademt.
  • Hoe ga ik met een portofoon om?
    Als je gebruik maakt van een portofoon, spreek dan het kanaalnummer af waarop gecommuniceerd wordt. Test je portofoon vooraf (zeg: ‘portotest – naam/functie’). Portofoons hebben eenrichtingsverkeer: er kan maar één iemand tegelijk op het kanaal spreken, de anderen luisteren. Elk gesprek bestaat uit drie delen: de oproep, het gesprek, de afsluiting. Bij de oproep druk je de spreekknop (PTT- of Push To talk-knop) in en zeg je je eigen naam/functie en de naam/functie van degene die je wilt spreken. Laat de spreekknop los en wacht tot de tegenpartij zich meldt. Gebeurt dat niet, roep hem dan nogmaals op. Als de tegenpartij zich gemeld heeft, druk je de spraakkknop in en geef kort en bondig opdrachten of stel je vragen. Als je uitgesproken bent zeg je “over” en laat je de spreekknop uit. Als je een opdracht krijgt, herhaal die dan zodat de oproeper weet dat je het begrepen hebt. Degene die het gesprek begint, beëindigt het ook door te zeggen “begrepen en uit”. Het kanaal is nu weer vrij voor ander portofoonverkeer. Spreek duidelijk, langzaam en op normaal spraakvolume. Houd de portofoon ongeveer 10 cm van je mond. Wacht een tel na het indrukken van de spraakknop voordat je begint te spreken. Als je iets niet goed hebt gehoord zeg dan “herhaal bericht”. Werkt het portofoonnetwerk niet (goed) gebruik dan de telefoon. Bel de inzetleider niet op de EHBO-telefoon maar op zijn eigen telefoon. Zo blijft de EHBO-telefoon beschikbaar voor meldingen.
  • Enter your answer here
  • Wat moeten we doen als we als eerste ploeg op een evenement komen?
    Direct na aankomst meldt de inzetleider zich bij de contactpersoon van de organisatie en vertelt hij in het kort welke hulp verleend wordt en op welke manier die georganiseerd is. De inzetleider geeft de organisator het telefoonnummer van de EHBO-telefoon door. Zonodig geeft de inzetleider de organisator visitekaartjes met het telefoonnummer van EHBO Eemnes om uit te delen aan deelnemers, bijvoorbeeld bij een wandel- of fietstocht of bij een autoralley. Regel de communicatie. De inzetleider geeft EHBO-portofoons aan de organisatie of neemt portofoons van de organisatie in ontvangst. Doe een portofoontest. Verzorg de bewegwijzering. Zorg dat de eerstehulppost vanaf het hele evenemententerrein makkelijk vindbaar is. Hang bordjes met het telefoonnummer op op meer afgelegen plaatsen. Richt de eerstehulppost(en) in. De inzetleider geeft een korte briefing op de eerstehulppost en deelt de hulpverleners in.
  • Welke persoonlijke beschermingsmiddellen moet ik gebruiken?
    Voordat je aan je inzet begint was en desinfecteer je je handen en pak je één paar handschoenen in de juiste maat. Pak één paar oordopjes als er luide muziek of andere harde geluiden zijn.
  • Mag ik tijdens een dienst drinken?
    Je begint je inzet nuchter en niet onder invloed van middellen. Tijdens je dienst mag je geen alcohol drinken of middellen gebruiken. Als je nog een drankje wilt drinken nadat het evenement voor de bezoekers is afgelopen dan mag dat, ook al is je dienst dan misschien nog niet afgelopen (nog opruimen, afbreken, materialen terugbrengen etc.). Het kan voorkomen dat er geen drank meer verkrijgbaar is zodra het evenement voor de bezoekers sloot. In dat geval wordt het aan het eind van het evenement nuttigen van één drankje (bier of wijn) gedoogd, mits je dat buiten het zicht van de bezoekers opdrinkt.
  • Waar vind ik de verschillende verband- en hulpmiddellen?
    Bekijk welke materialen in de verschillende koffers en tassen zitten: je moet ze blindelings kunnen vinden. Noteer welke materialen je verbruikt.
  • Zij er protocollen voor hulpverlening bij evenementen?
    Bij evenementenhulpverlening worden de protocollen ‘agressiebeheersing’, ‘voorkoming seksueel grensoverschrijdend gedrag’ , ‘besmettingsaccidenten’ en ‘persoonlijke veiligheid’ van toepassing. Als er daarnaast speciale protocollen zijn afgesproken voor een evenement, wijk daar dan niet of zo min mogelijk van af.
  • Moet ik alle behandelingen registreren?
    Pleisterwondjes en insectenbeten worden alleen (apart) geturfd. Bij alle andere behandelingen moet je een Slachtoffer Registratie Formulier invullen. Op deze formuliertjes staat welke velden wanneer moeten worden ingevuld.
  • Waar behandel je een slachtoffer?
    Eenvoudige behandelingen van kleine wondjes kunnen overal gedaan worden. Alle grotere behandelingen worden op de eerstehulppost gedaan tenzij het slachtoffer niet verplaatst kan worden, zoals bij een reanimatie of een botbreuk aan de benen. Bewusteloze traumaslachtoffers worden niet verplaatst. Slachtoffers die ABC-stabiel zijn maar een verminderd bewustzijn hebben of bewustloos zijn worden (per brancard) naar de behandelpost gebracht.
  • Iemand moet zich gedeeltelijk uitkleden. Wat nu?
    Wanneer een slachtoffer (gedeeltelijk) ontkleed moet worden gebeurt dit op de behandelpost. Zorg dat dit buiten het zicht van anderen gebeurt. Bij voorkeur moet er een begeleider bij het slachtoffer zijn. Er moeten altijd twee hulpverleners aanwezig zijn.
  • Wie mag een behandeling overnemen waarmee ik bezig ben?
    Met uitzondering van ambulanceteams mogen anderen niet de zorg voor een slachtoffer overnemen zonder toestemming van de medisch leider, teamleider of inzetleider. Dit geldt voor de reguliere diensten (politie, brandweer, reddingsdienst) en voor beveiligers of organisatie. Wanneer een onbekende omstander zich als arts of verpleegkundige aanbiedt mag je er niet van uit gaan dat hij dat is. Bij aankomst van de ambulance is het ambulanceteam leidend boven de inzetleider, medisch leider, teamleiders en veiligheidscoördinator.
  • Mogen familieleden van een slachtoffer mee in de eerstehulppost?
    Als er voldoende ruimte is mag een slachtoffer dat op de eerstehulppost behandeld wordt één begeleider meenemen.
  • Moeten we rondlopen of juist op de eerstehulppost zitten?
    Loop tijdens het evenement zoveel mogelijk rond. De eerstehulppost moet altijd bemenst blijven. Ben je met twee EHBO’ers dan blijft één EHBO’er op de behandelpost en loopt de ander rond. Houd contact via de portofoon. Zijn er twee teams, loop dan rond met z’n tweeën. Neem altijd een rugtas mee met verbandmiddellen. Bij grote mensenmassa’s kun je een vlaggetje in je rugzak steken zodat je makkelijk gevonden wordt. Als er een agressieve sfeer heerst, bijvoorbeeld als er met bier gegooid wordt en vechtpartijtjes zijn, loop dan altijd altijd met twee mensen rond en nooit alleen. Blijf weg bij agressieve bezoekers. Wissel elkaar regelmatig af.
  • Wat moet ik doen als ik rondloop?
    Observeer tijdens het lopen van je rondes en let daarbij op gevaarlijke situaties, de sfeer (agressie), gebruik van alcohol en drugs en de gezondheidstoestand van deelnemers en publiek. Let ook op of de temperatuur op een feestlocatie niet te hoog is of juist te laag. Bied je hulp aan als je denkt dat iemand die nodig heeft. Leg contact met mensen van de organisatie en beveiliging of met aanwezige politiemensen. Maak een kort praatje.
  • Wat moet ik doen als ik een gevaarlijke situatie tegenkom?
    Als je een gevaarlijke situatie tegenkomt probeer dan ongevallen te voorkomen en waarschuw de organisatie. Zij moeten maatregelen nemen om problemen te voorkomen. Breng ook de inzetleider op de hoogte van de situatie en wat je gedaan hebt. Preventie is ook een taak van de EHBO’ers.
  • Als ik alleen ben, moet ik dan ook alleen behandelen?"
    Bij voorkeur behandel je met twee mensen. Behandel uitsluitend kleine verwondingen met een twijfelloze diagnose alleen. Roep bij ernstig letsel en bij twijfel over het letsel de hulp in van de medisch leider als die er is. Vraag anders hulp en advies aan de inzetleider en teamgenoten.
  • Mag ik op een feest meefeesten?
    Nee. Houd een professionele afstand tot de deelnemers en het publiek maar wees niet afstandelijk.
  • Moet ik drugsgebruik of overmatig drankgebruik afkeuren?
    Veroordeel drank- of drugsgebruik of ‘domme acties’ niet, maar keur ze ook niet goed. Toon begrip voor de situatie waarin het slachtoffer zich op dat moment bevindt.
  • Hoe zit het met eten en drinken?
    Op bijna alle evenementen krijgen de hulpverleners gratis drank en eten. Soms gaat dat met consumptiebonnen, soms kunnen EHBO’ers het gewoon halen. Je hebt recht op één frisdrankje per uur en een snack per 4 uur (of een gedeelte daarvan). Je moet altijd kunnen beschikken over een flesje drinkwater. Als je dienst vóór 8.00 uur begint heb je recht op een ontbijt. Als je tussen 12.00 en 14.00 dienst hebt dan heb je recht op een lunch. Werk je tussen 18.00 en 20.00 dan heb je recht op een diner. De inzetleider regelt eten en drinken voor de teamleden. Als er niets geregeld is en je het eten zelf moet kopen, schiet het dan voor. Bonnetjes zijn vaak niet mogelijk. Degene die heeft voorgeschoten kan dit melden aan de penningmeester (penningmeester@ehboeemnes.nl). Hij krijgt het geld dan teruggestort op zijn bankrekening.
  • Hoe gaat het overnemen van een dienst?
    Neem je een dienst over, meld je dan aan bij de inzetleider. De inzetleider vertelt waar de knelpunten liggen en hoeveel en wat voor soort behandelingen werden uitgevoerd. Je krijgt communicatiemiddellen. Was je handen en desinfecteer ze. Pak handschoenen en zo nodig (nieuwe) oordopjes. Hulpverleners wiens dienst er op zit, melden zich af bij de inzetleider.
  • Wat gebeurt er als een evenement uitloopt?
    Als een evenement uitloopt vragen we je om te blijven doorwerken tot het evenement klaar is. Bespreek met je inzetleider of je weg kunt als je andere afspraken hebt. Als je een uitloop ziet aankomen moet de inzetleider zo snel mogelijk overleggen met de coördinator. Loopt een evenement meer dan anderhalf uur uit dan moet de inzetleider contact opnemen met de coördinator. In principe geldt: EHBO Eemnes komt als eerste en gaat als laatste.
  • Mag ik posten op social media?
    Ja, natuurlijk. Zet er een leuke foto bij! Respecteer wel de privacy van slachtoffers. Maak foto’s van jullie inzet en mail die aan de coördinator. Samen met een kort artikeltje of leuke informatie wordt het een leuk stukje op de website.
  • Wat moeten we doen als het evenement is afgelopen?
    De inzetleider meldt de EHBO-teams af bij de organisatie en verzamelt uitgedeelde portofoons of levert geleende portofoons weer in. Haal de bewegwijzering weg. Pak alle materialen schoon en droog in. Een AED en een verbadrugtas worden als laatste ingepakt. Gooi het afval weg. Zorg dat je de ruimte precies zo achterlaat als je hem aantrof. Als een EHBO-tent nat is, pak die dan niet in maar laat hem eerst drogen. Improviseer waar en hoe. Verzamel de slachtofferregistratieformuliertjes en de lijst met verbruikte materialen. Leg die in het ‘postvakje’ in de berging. Als alles is ingepakt kun je als team nog even een drankje drinken. Eventuele kosten worden door EHBO Eemnes betaald. Breng alle materialen naar de berging en berg ze op op de juiste plek. Vergeet niet om de slachtofferregistratieformuliertjes en verbruiksbriefjes achter te laten. Zet de portofoons in de lader en leg de (uitgeschakelde) telefoon aan de lader. Stop gedragen poloshirts in de waszak.
  • Ik heb nog wat tips voor de volgende keer. Wat kan ik doen?
    Heb je verbeterpunten, meld die dan aan de inzetleider, bij voorkeur kort na het evenement en het liefst per mail. Dat kan gaan over het evenement of over de inzet. De coördinator handelt jullie tips af.
  • Ik wil napraten. Kan dat?
    Wil je napraten, bijvoorbeeld over door jou verleende eerste hulp, meld je dan bij de coördinator. Bel of mail hem (nazorg@ehboeemnes.nl).
  • Moet ik omstanders tegenhouden als die met hun telefoon foto's maken?
    Vaak maken omstanders (met hun telefoon) foto’s van een ongeval. Probeer niet om dat tegen te gaan. Als omstanders jou niet genoeg werkruimte geven, vraag hen dan vriendelijk maar dwingend om achteruit te gaan. Begin je behandeling zoals je dat zou doen als er niemand fotografeerde of filmde. Je kunt fotografen vragen om rekening te houden met de privacy van het slachtoffer. Je kunt hen niet verbieden om foto’s van het ongeval, van het slachtoffer of van jou te maken.
  • Mogen persfotografen alles fotograferen?
    Persfotografen en cameraploegen kunnen bij een ongeval dat door de politie wordt afgezet of vrijgehouden worden toegelaten. Laat hen hun werk doen. Professionele fotografen en cameraploegen kennen en respecteren de privacyregels. Vraag hen achteruit te gaan als ze je in je werk hinderen. Als je merkt dat een fotograaf of cameraman zich niet aan de regels houdt, meld dat dan aan de politie of beveiliging.
  • Mag ik de pers te woord staan?
    Als de pers je benadert voor een vraaggesprek kun je zelf kiezen of je dat wel of niet doet. Je mag de pers te woord staan. Verwijs desgewenst naar de inzetleider. Vertel alleen feitelijkheden die je zelf hebt waargenomen, bijvoorbeeld het aantal slachtoffers en de ernst van de letsels. Als je een ongeluk niet hebt zien gebeuren, zeg dan niets over de toedracht, alleen wat je aantrof toen je ter plaatse kwam. Je mag alleen zeggen dat iemand is overleden als je zelf hebt geconstateerd dat hij ‘letsels heeft die niet verenigbaar zijn met leven’. Dus bijvoorbeeld wanneer iemand is onthoofd of totaal verkoold. Zeg nooit iets over de mogelijke uitkomst van letsels. Blijf zakelijk maar niet afstandelijk.
  • Mag ik familie vertellen hoe het met het slachtoffer gaat?
    Als familieleden of vrienden vragen naar het letsel of de toestand van een slachtoffer beperk dan de informatie tot wat je zeker weet. Zeg niet wat je werkdiagnose was of wat je denkt dat er mis kan zijn. Elk slachtoffer heeft het recht op privacy en medische informatie mag niet zomaar worden gedeeld.
  • Met wie mag ik vertrouwelijke of medische informatie delen?
    Soms vertelt een slachtoffer je dingen in vertrouwen, bijvoorbeeld over drank- of drugsgebruik. Ook bij het afnemen van een anamnese krijg je soms medische feiten te horen. Bijvoorbeeld of iemand bloedverdunners slikt of zwanger is. Als je iemand onderzoekt kom je misschien ook vertrouwelijke zaken tegen, bijvoorbeeld als iemand grote pupillen heeft. Deze informatie wordt in principe alleen gedeeld met ambulancepersoneel of de (assistente van) de huisarts en met de inzetleider en je teamleden.
  • Moet ik de politie informatie verstrekken?
    Als de politie om vertrouwelijke informatie vraagt zeg dan dat je de informatie in vertrouwen hebt gekregen en daarom niet met hun wil delen. Verwijs hen naar de arts of ambulancedienst. Alleen medische professionals hebben een wettelijke geheimhoudingsplicht en verschoningsrecht. Vraag de politie daarom om begrip als je geen gevoelige informatie wilt geven. Persoonsgegevens van het slachtoffer mogen worden doorgegeven.
  • Moet ik vertrouwelijke informatie met de ouders delen?
    Vertrouwelijke informatie van iemand die 12 jaar of ouder is mag niet zonder toestemming van het slachtoffer aan familie of verzorgers worden gegeven. Als iemand niet zijn uitdrukkelijke toestemming gaf, geef die informatie dan ook niet door. Vertrouwelijke informatie over een kind jonger dan 12 of iemand met een ernstige verstandelijke beperking mag met de ouders of verzorgers worden gedeeld als zij daarom vragen.
  • Hoe zit het met social media en privacy?
    Respecteer de privacy van de slachtoffers die je behandelt. Als je op je eigen social media post zijn er geen wettelijke regels over de bescherming van de privacy van het slachtoffer of anderen. EHBO Eemnes vraagt je om geen informatie te geven die kan leiden tot de identiteit van je slachtoffer zonder diens uitdrukkelijke toestemming. Beperk je tot omschrijvingen als “een tiener uit Hilversum”, “een 18-jarige sporter” of “een jonge voetballer”. Als iemand zegt dat je zijn naam mag noemen of zijn foto mag gebruiken is dat toegestaan.
  • Mag ik bij vermoeden van huiselijk geweld of kindermishandeling informatie delen?
    Heb je een vermoeden van huiselijk geweld of kindermishandeling, bespreek het dan met de inzetleider en je teamleden. Verzamel de persoonsgegevens van het slachtoffer en neem (anoniem) contact op met Veilig Thuis (vooreenveiligthuis.nl) of 0800-2000 (gratis, 24 uur per dag, 7 dagen per week).
  • Worden alle behandelingen geregistreerd?
    Bij evenementen registreert EHBO Eemnes alle behandelingen. Eenvoudige behandelingen (pleisterwondjes, insectenbeten, uitreiken paracetamol etc.) worden alleen geturfd. Bij uitgebreidere behandelingen worden slachtofferregistratieformulieren ingevuld.
  • Hoe zit het met de registratie en de privacywetgeving?
    Op slachtofferregistratieformulieren staan (bijzondere) persoonsgegevens. Registratie van deze gegevens is noodzakelijk voor de (medische) nazorg, voor de overdracht aan professionele zorgverleners en de afhandeling van klachten. Deze gegevens worden in principe maximaal 2 maanden bewaard. Deze periode wordt verlengd zolang als nodig is voor de afhandeling van de nazorg en/of klacht. Er is een document via de website beschikbaar waarin staat beschreven hoe EHBO eemnes met de slachtoffergegevens om gaat.
  • Worden ook gegevens aan de organisatie of veiligheidsregio verstrekt?
    Registratie van niet persoonsgebonden gegevens wordt gebruikt voor terugkoppeling aan de veiligheidsregio, organisatie en (statistische) risico-evaluatie voor toekomstige evenementen.
  • Worden incidenten ook geregistreerd?
    De volgende incidenten moeten worden geregistreerd: agressie-incident, ncident betreffende seksueel grensoverschtijdend gedrag (door slachtoffer en/of hulpverlener), staking van behandeling door hulpverlener of weigering van behandeling door slachtoffer en (mogelijke) besmetting tijdens werkzaamheden. Hiervoor is een incidentenformulier beschikbaar (in verbandkoffer). Ook de incidentenregistratie valt onder de AVG-regeling van EHBO Eemnes.
  • Wanneer wordt het patiëntenregistratieformulier gebruikt?
    Personeel met een opleiding ITLS/PHTLS/ATLS/ALS, artsen en ambulancepersoneel kan een patiëntregistratieformulier gebruiken. Hierop kunnen uitgebreider onderzoeksresultaten en behandelingen worden ingevuld. Het formulier dient tevens als protocol voor de methode van behandeling. De bewaartermijn is minimaal 2 maanden.
  • Moet ik de formulieren meegeven?
    Na afloop worden de turflijst, slachtofferregistratieformulieren, patiëntregistratieformulieren en incidentformulieren achtergelaten in het postvakje in de berging. De formulieren worden in principe niet meegegeven met het slachtoffer of ambulancepersoneel. Mochten zij hierom vragen maak dan eerst een foto met je telefoon.
bottom of page